Bij de moderne gokkasten van Fey begon het al. De mensen die op de gokkasten speelden wilden graag weten of ze betrouwbaar waren en hoe zo’n ding werkt. Aan het einde van de 19e eeuw, was het normaal dat er iemand naast stond die het apparaat bediende en je een eventuele uitbetaling gaf. Er werd toen gedacht dat zo’n man even simpel met een schroevendraaier de kast aan kon passen, zodat er minder uitbetaald werd. Nou, nee. Zo simpel was dat niet, want in dat geval zou je de machine voor het grootste gedeelte uit elkaar moeten halen en de rollen met symbolen en de daarbij behorende haspels moeten vervangen.
Een ouderwetse mechanische gokkast heeft bijvoorbeeld tientallen verschillende veertjes en bestaat uit ruim 500 onderdelen. Eén simpel symbool op een rol vervangen, neemt al zo’n drie uur werk in beslag.
Eén van de makers van het binnenwerk is Mills Bell. Als we dan een Mills Bell gokkast uit 1947 als voorbeeld nemen, werk het principe op het starten van het spel, de rollen gaan draaien en stoppen één voor één op een bepaald punt en dit geeft dan wel of geen prijs. Een ouderwetse gokkast is helemaal mechanisch en dat betekent dat het vol zit met palletjes, veren, tandwielen, nokken enzovoorts, maar de basis is de metalen as, waar de rollen op zitten. Aan één kant van die as zit een hendel en daarmee start je het spel. Nadat de rollen enkele seconden hebben gedraaid, worden de rollen afgeremd door een stopsysteem.
Dit gebeurt op een eenvoudige manier door simpelweg een palletje uit te laten steken welke dan op een random plaats stopt. Als je een winnende combinatie hebt gedraaid, dan gaat er een palletje een bepaalde diepte in het tandwiel en aan die diepte wordt bepaald hoeveel geld er in het bakje mag vallen.
Omdat de rollen niet tegelijk stoppen, wordt de spanning als het ware verhoogd. Je ziet tenslotte pas of je wat hebt gewonnen op het moment dat de laatste rol stil staat en dat is een soort psychologisch spelelement. Fabrikanten waren continue bezig om de gokkasten steeds te verbeteren. Die verbeteringen waren vaak het efficiënter bouwen, kleiner maken en het omzeilen van patenten. Deze aanpassingen zorgden ervoor dat de gokkasten meegroeiden met de ontwikkeling in de technologie. Daardoor kwamen er steeds meer opties om de rollen te laten starten en stoppen en om het resultaat uit te kunnen lezen.
In dit geval nemen we even het binnenwerk van de IGS S-serie uit het jaar 1986 als voorbeeld. Het was halverwege jaren dertig toen de eerste gokkast in het stopcontact gestoken kon worden. Hij had een knop en werd de vervanger van de éénarmige bandiet. Geen veren, maar een elektromotor die de rollen deed draaien en daarnaast werkte alles met luchtdruk. De gokkasten met een hendel werden langzaam vervangen door de gokkasten met een knop, maar de gokkers op de éénarmige bandiet waren daar niet zo blij mee.
Zij waren er namelijk van overtuigd dat de manier waarop zij de hendel bedienden, invloed had op de uitkomst. De knop werd weer vervangen door een hendel, maar binnenin de gokkast werd gewoon gebruik gemaakt van het nieuwe elektrische en luchtdruksysteem en de aansturing van het stopsysteem werd gedaan door elektromagneten.
De eerste elektronische gokkasten kwamen in de jaren zestig. In zo’n elektronische gokkast bevond zich een printplaatje met weestanden, diodes, transistors enzovoorts die voor de schakelingen werd gebruikt. Deze gokkasten zouden we ook elektromechanisch kunnen noemen. De gokkasten hadden tenslotte mechanische onderdelen die door elektronica aan werden gestuurd.
De oude elektromotor werd door een stappenmotor vervangen, waardoor de schakelingen veel nauwkeuriger werd. Langzaamaan werden de elektrische en mechanische onderdelen steeds meer vervangen door elektronische onderdelen. Er werd op een gegeven moment gewerkt met microchips en daarmee naderde de gokkast het computertijdperk.
Aan het einde van de zeventiger jaren, zagen we de eerste video gokkast. De draaiende schijven waren vervangen door een beeldscherm waarop de rollen werden nagebootst. De ouderwetse beeldbuis zorgde ervoor dat de gokkast nog een flink formaat had. Het was even wennen en daarom hadden de makers ervoor gezorgd dat de oude gokkast zoveel mogelijk werd nagebootst